borduren op kaarten "de techniek" |
|||
![]() |
![]() ontwerpers van borduurpatronen op kaarten |
|
|
smile |
sorry | ||
inleiding Borduur je eigen felicitatie en gelukwenskaarten en geef er je persoonlijk tintje aan. Onze
figuren zijn erop gebaseerd om een zo mooi mogelijk lijnenspel op kaart af te beelden. Dit kunnen zijn, willekeurige “figuren” of fantasie “bloemen” maar ook
afbeeldingen en uitbeeldingen van meer of minder bekende opjecten zoals de zon en de maan, de franse
lelie,’n blakertje, ‘n vleermuis enz. stuk voor stuk uniek en fantasierijk. benodigdheden
Gebruik een kleine
gewone naald met punt nr. 11 of 10. Geen borduurnaald gebruiken, met stompe punt, deze zijn te
dik en scheuren de gaatjes in het karton uit. Prikpen (pergamano), priklap (vilt of zwaar schuimrubber), Schaartje, Liniaal, Plakband, Hobbylijm. Borduurgaren. Gebruik voor het borduren machine-borduurgaren (b.v. Madeira, DMC, Sulky of Gütermann.) Deze merken hebben ook metallic garens (met metaalglans) en garens met verlopende kleuren welke ook geschikt zijn. Deze garens zijn allen op klosjes verkrijgbaar. (koop liever geen strengen DMC, pluist erg snel) techniek Plak met plakband de te borduren kaart achter het prikpatroon. Leg dit samen op de priklap, met het prikpatroon naar boven. Prik nu alle punten door het patroon heen in de kaart. Als je het patroon nu eerst tegen het licht houdt, kun je zien of je alle punten hebt doorgeprikt.
Haal de kaart los van het patroon en je kunt beginnen met borduren. borduren Onthoud de volgende werkwijze: in de beschrijvingen wordt steeds gesproken van draden welke “voorlangs” lopen, dit zijn de draden die op de voorkant komen van je borduurwerk. “Achterlangs” zijn de draden die aan de achterkant blijven. De aanduiding in de beschrijving hiervoor zijn b.v. : 1-2 = voorlangs en (2-3) = achterlangs. |
|||
|
voorbeeld
Steek naald en draad achter in bij 1 en trek de draad net niet helemaal door. Plak ± 1cm. draad met plakband vast
achter op de kaart Trek de draad naar 11, achterlangs naar 12, voorlangs naar 2,
achterlangs De verkorte beschrijving hiervan gaat als volgt; 1-11 (11-12) 12-2 (2-3) 3-13 enz. Ga zo steeds een gaatje rechtsom verder. Op een gegeven moment moet je de gaatjes voor de tweede keer gebruiken. Borduur net zolang verder totdat de figuur “vol” is.
Dit principe werkt hetzelfde met hoeken zoals hiernaast is aangegeven. Probeer deze eenvoudige voorbeelden uit.
tip Nadat het borduren klaar is, nog even dit: Voor een mooi resultaat moet je de gaatjes aan de achterkant dichtwrijven met bv. een spatel.
|
||
|
|||
Wij wensen je veel plezier met het borduren op kaarten nico |